Nog 2 maanden te gaan, dan is het schaatsseizoen alweer voorbij! Helaas moest ik BIK missen vanwege corona, gelukkig is BUK om de hoek. Een weekje lang beunen op het ijs, harder trainen dan verstandig is, en eindigen met een wedstrijd. Sebas vertrouwde me toe dat dat hem eigenlijk heel zwaar valt, en dat snap ik best. En dan die busreis nog.

Maar ik denk wel dat het goed voor me is eigenlijk. De busreis kan ik zelf slechter hebben dan dagen achter elkaar trainen, en de training an sich kunnen de benen goed gebruiken. Ik ben namelijk stiekem een beetje gefrustreerd over mijn conditie. Van de zomer trainde ik 3 tot 4 keer in de week, waaronder DTS-training en vaak een aardige fietstocht in het weekend. Ik was echt topfit en erg onder de indruk van mezelf toen ik daadwerkelijk over kon stappen naar de C2. De eerste paar ritten eindigde ik zelfs best eens hoog in het klassement.

Maar ook direct zette de aftakeling zich in. Van vier keer in de week, naar één tot twee keer, naar eerder één keer in de week sporten. Ik geef om de week training, dus mag om de week zelf trainen op het ijs. En ja, ik heb de fietsspullen voor in de winter, plannen en mensen vinden is soms toch lastig. Idem dito betreft zelf trainen op het ijs: ik kom erachter dat ik het helemaal niet leuk vind om in m’n eentje te doen. Af en toe een droogtraining kan nog wel: dat kost tenminste niet zoveel tijd.

Ik had dit weekend een déjà-vu! Het gevoel van frustratie dat ik heb rondom het verlies van mijn kunnen, heb ik ook weleens met pianospelen. Zeker nu ik werk en ook nog best weleens een gevulde avond heb, is het niet altijd makkelijk om daar tijd voor te vinden. Ik oefen al echt héél erg lang hetzelfde stuk, Toccata van Claude Debussy, maar ik krijg het niet af! Ik wil het opnemen, vinkje erbij, nooit meer terugkijken, maar ik kom er maar niet. Ik speel te weinig om de volle vier-en-een-halve minuut in de vingers te krijgen, dus ik blijf er maar tegenaan hikken.

Ik kies de stukken die ik speel natuurlijk zelf uit en datzelfde geldt natuurlijk voor de sporten die ik doe. Ik wil alles eruit halen, op alle vlakken. Komt Luuk V. langs (zal geen volledige namen noemen) en zegt ‘ie: “Dan ga je toch gewoon meer sporten!? Ja, dan maak je toch tijd!?”. Ik kan niet wachten tot z’n coschappen beginnen (noch zal ik herleidbare informatie opschrijven), hij gaat het meemaken.

En ik ga gewoon meer sporten, meer piano spelen, minder slapen.